KLIK
KLIK is een participatief actie onderzoek. Samen met Tineke Abma, hoogleraar participatie en diversiteit aan VUmc Amsterdam hebben we de gezondheid in de wijk onderzocht met kinderen in de rol van onderzoeker.
KLIK heeft als doel om kinderen op een speelse, creatieve en actieve manier bewust te maken van hun gezondheid. Kijken, voelen, proeven, ervaren en vooral het zelf onderzoeken zijn de belangrijkste elementen. De naam KLIK staat voor de klik van de camera, maar ook voor de klik die je maakt met jezelf en je omgeving. Fotografie vormt de rode draad en wordt ingezet als middel om bewust te (leren) kijken naar jezelf, naar anderen en de wereld om je heen. Dat bewustzijn is een belangrijke basis om ook te kunnen zien dat wat jij doet invloed heeft, en verschil kan maken.
In de verschillende ‘labs’ werden de kinderen onderzoekers van hun lichaam en leven. Symbolisch benadrukte we dit door ze witte laboratoriumjassen te geven. We zijn begonnen met een proef-lab daarna een sport-lab en tot slot het planten-lab.
Gebaseerd op mijn energie-lab planten. De plant als metafoor voor je eigen groei.
Energie/aandacht helpt om dingen te laten groeien. Iedereen kreeg een plantje en mocht dat door midden snijden en in twee potjes zetten. Door alles af te wegen en te meten waren de potjes in het begin zoveel mogelijk hetzelfde. Daarna gingen de plantjes mee naar school, waar het “aandacht-plantje” op tafel kwam te staan, en het “geen-aandacht-plantje” op een andere plek in de klas. Zo konden de kinderen onderzoeken: Wat heb jij zelf eigenlijk nodig om te groeien? En wat vind jij een fijne manier om aandacht te krijgen?
“Lieve plant van mij, jij gaat zo mooi groeien dat ik van je ga houden. Ik hoop dat je het lang volhoudt want als je dood gaat dan kom ik in een tranen zwembad terecht. Tijdens lessen ga ik er voor zorgen dat je warmte krijgt. Lieve dingen zeggen: mooi, stoer”
Luca: ‘Ik heb niks gedaan, ik vond het niet leuk, sloeg nergens op. Ik begrijp het wel maar je kan er eigenlijk haast niks mee. Je kan het alleen water geven en iets zeggen maar hij kan niets terug zeggen.’
Gabriëlle ‘Je zult je vast afvragen waar de plantjes zijn. Dat is een goede vraag! Ze staan thuis. Ze zijn goed groot gegroeid! De plantjes krijgen elke dag water en krijgen zonlicht. De plant die geen aandacht krijgt is mooier dan die ander. Maar laten we terug gaan in de tijd. In het begin moesten we een hele plant doormidden zagen. Dat vonden veel kinderen zielig. Tot slot moesten we de plantjes in potjes doen en mee naar huis nemen. En dat gaat heel goed, EINDE.’
“Hij kan niks terugzeggen, maar hij hoort het wel en vindt het wel leuk…”
“Het planten-lab vond ik het leukste. Ik weet nu hoe je een plant verzorgt en begrijp beter hoe je jezelf kunt verzorgen”.
“Wat zeg ik tegen een plant?
Hoi! hoe gaat het? Gaat het goed?
Hoe heet jij ? Wie heeft jou geplant?
Waar kom jij vandaan?
Leuk je te ontmoeten”.
Colofon
Van 2015 tot en met 2020 heb ik met onderzoekers van VUmc ( Femke Boelsma, Sarah Lips en Marieke Breed) het project uitgevoerd. Het hele proces en de onderzoeks resultaten zijn te zien op www.klikrotterdam.nl