Hoepel op
Op 15 maart 2020 gaat de wereld ineens op slot. Het leven vertraagt. Intelligente lock-down met zijn allen thuis en zoveel mogelijk binnenblijven. De maatschappij en mijn praktijk staan stil maar mijn hoofd maakt overuren. Virologen en economen lijken het enige geluid te zijn. Nog nooit eerder heb ik zo fysiek de noodzaak gevoeld om de straat op de gaan mijn ruimte als kunstenaar te onderzoeken en in te nemen. Met behulp van de tijdelijke werkbijdrage Productie, Presentatie en Research (PPR) van het CBK Rotterdam onderzoek ik de 1,5 meter maatschappij. Wat houdt de 1,5 meter samenleving in?
Wat betekent ruimte nemen, ruimte geven en ruimte delen. Welke ruimte is er en voor wie en wie bepaald dat? Fysieke ruimte, persoonlijke, emotionele ruimte en financiële ruimte.
Anderhalve meter: de spanning tussen geven en nemen
Met een rode hoepel om mij heen van anderhalve meter beweeg ik me over straat, in het park en door winkels. Voor het eerst laat ik mezelf fotograferen in mijn zoektocht naar wat de nieuwe definitie van ruimte doet met mensen en met mijzelf. Hoepel op! heet het fotoproject.
Het menselijk verlangen naar contact en verbinding is een thema in mijn werk. Dat werd een gevaar door de uitbraak van het coronavirus. Anderhalve meter afstand houden is sinds zes maanden het dwingende advies van beleidsmakers en politici. Maar hoe gaat dat in de praktijk? En wat betekent dit in de openbare ruimte?
Het blijkt niet in de menselijke aard te zitten om op anderhalve meter van elkaar te blijven. Mensen moeten als het ware langs elkaar heen dansen. Daar zijn trottoirs en winkelpaden te smal voor. Ik zie steeds meer strepen, kruizen en borden met waarschuwingen verschijnen. De boodschap is niet altijd even duidelijk. Visueel zijn er te veel prikkels.
Ruimte geven of krijgen is belangrijker dan voor Covid 19. Ga je opzij of niet? Als een ander te dichtbij komt kan dat noodlottig zijn. Al wil niet iedereen dat geloven. In de eerste weken voelde ik een collectieve angst. Een dodelijk virus is onzichtbaar. Nu is er meer irritatie of onverschilligheid: anderhalve meter afstand houden is voor veel mensen onmogelijk in de openbare ruimte die daar niet op is ingericht.
Tijdens de zes maanden dat het virus nu woedt verdween welwillendheid voor argwaan. In de begintijd vonden voorbijgangers mij met de hoepel ontwapenend. Ze wilden graag het gesprek aangaan. Gaandeweg kreeg ik vaker te horen: Hoepel op! Eerst als vriendelijk grapje, later met meer venijn. Ik moet steeds meer mijn ruimte opeisen.
Het virus is grillig. Dat geldt ook voor de regels om verspreiding in te dammen en het beleid om de gevolgen voor gezondheid en economie te verzachten. Op straat merk je dat onzekerheid voor mensen groter is geworden. We mogen weer meer, maar voor hoe lang? Houd ik mijn baan? Kan mijn bedrijf blijven bestaan? Uit onmacht worden mensen eerder pissig. Ze vinden het moeilijk om zich steeds opnieuw aan te passen.’’
Ik interviewde ook voorbijgangers tijdens het project. De Turkse vrouwen in het Zuiderpark in Rotterdam houden zich niet aan anderhalve meter afstand. Niet met elkaar en niet met hun kinderen. ,,In de winkels is het wel fijn’’, zegt een van hen. ,,De mensen plakken niet zo aan je.’’ Een gespierde Pool doet fitnessoefeningen in het grootste park van Rotterdam. ,,Covid 19 is propaganda.’’ Een oudere vrouw mist nabijheid. “Je leeft maar je bent eigenlijk dood. Ik wil terug naar de oude wereld.’’
Quotes van voorbijgangers
‘Hoepel op’ in NRC Handelsblad van 4 oktober 2020
Met haar fotoproject ‘hoepel op’ onderzoekt Janine Schrijver hoe mensen contact en verbinding maken op straat , in het park en in winkels met anderhalve meter afstand. Haar hoepel riep aanvankelijk ontwapende reacties op, later hoorde ze ook weleens een venijnig “hoepel op!”.